planningstool 

Agenda

  • Goedkeuring agenda (1′)
  • Update statuten en financieel plan (5′)
  • Bestuurders (20′)
  • Dagelijks bestuur (20′)
  • Ombudspersoon (5′)

Pauze (10′)

  • Brainstormsessie nudgingstrategie/onboarding/winkel uitbaten (15′)
  • Evaluatie Urbain (10′)
  • Wat is een duurzaam product? (20′)
  • Werkbeleid en beleid naar bedrijven toe (20′)
  • Briefing werkgroepen (25′)
    • Vleescommissie
    • Locatiespeurders
    • Ambassadeurs
    • Evenementen
    • Werkgroep producten

 

GOEDKEURING AGENDA

De AV keurt de agenda goed.

 

STATUTEN EN FINANCIEEL PLAN

Een cruciale stap in de werking van de winkel is de oprichting van een coöperatieve venootschap (CV). Op dit moment beheerd De Coöperant VZW de winkel, maar die is daar eigenlijk niet geschikt voor. In het verslag van de statutenvergadering van oktober kan je lezen waarom dat niet zo is.

Na die vergadering werd afgesproken dat deze AV statuten en een financieel plan (twee noodzakelijke onderdelen van een CV) goedgekeurd zouden worden. Door omstandigheden konden beide plannen echter niet op tijd gemaakt worden. Daarom vraagt het dagelijks beheer om een mandaat van de AV om voor het einde van januari de CV op te richten. Indien gewenst kan er tussen nu en de publicatie van de statuten nog een online feedbackmoment georganiseerd worden.

De AV geeft [g]een mandaat aan het dagelijks beheer.

  • De AV geeft een mandaat voor statuten en intern regelement en een mandaat voor een financieel plan op voorwaarde dat ze eerst doorgestuurd worden ter inzage en commentaar.

 

BESTUURDERS

We ontvingen begin december zes kandidaturen van potentiële bestuurders.

Tessa Debilde is een oudgediende van Coop Centraal en is al meer dan vier jaar in wisselende mate betrokken bij het project. We klopten aan bij Tessa omdat we iemand zochten die de rol van voorzitter op zich wilde nemen. Tessa zal de bestuursvergaderingen organiseren en zo nodig modereren. Ze is goed bekend met de verschillende administraties van ons land en heeft ervaring als bestuurder in een aantal vzw’s. Ze leefde lang in het buitenland en kan daardoor een internationaal perspectief op Coop Centraal bieden.

Bram Leroux werkt bij Wooncoop als projectleider en is er ook bestuurder. Bram is dan ook onze link met de coöperatieve wereld en kan ons inzichten geven in de verschillen tussen ons en een andere coöperatie die een heel stuk verder staat. Als projectleider bij Wooncoop heeft hij ook ervaring in een aantal specifieke skills die erg nuttig zijn in ons project: samenwerken met coöperanten, ontwikkelen van financieel beleid en onderzoekstrajecten uitwerken.

Katrien van den Bleeken heeft ervaring als medewerker bij RicoLAB, een coöperatieve buurtwinkel in Deurne met een focus op lokaal, afvalarm en biologisch voedsel. Ze omschrijft zichzelf als bruggenbouwer tussen veld en stad en heeft een heleboel ervaring met hoe je een alternatief op een supermarkt bouwt met Labeur Local, een boerenmarkt in de stad. Daarnaast is ze een steengoeie organisator (of projectmanager) met ervaring bij onder andere de Kringwinkel en Bond Zonder Naam.

Cunrath Cornelis heeft meer dan vijftien jaar ervaring als business modelling consultant in de (liefst circulaire of modulaire) bouw. Opgeleid als ingenieur maakt hij de vertaalslag naar de communicatie en sales-aspect van een onderneming. Naast al dat coachen heeft hij ook een eigen project dat door bijenkasten aan bedrijven te leasen bewustmaking rond de biodiversiteitscrisis probeert te creëren en is hij bestuurder bij Re-Story, een coöperatie die door verhalen te vertellen zogenaamde Zebra- bedrijven bekender wil maken. Cunrath zou ook ons veel kunnen leren over hoe we onze winkel het best van de grond krijgen.

Daan Henderickx is verkoper bij Cardo Systems (een bedrijf gespecialiseerd in communicatiesystemen voor sporthelmen) in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Eerder was hij regiomanager bij TomTom in Sub-Sahara-Afrika en Oost-Europa. Met meer dan een decennium aan ervaring als commerciëel directeur in de consumer electronics weet hij veel af van verkopen en schaalvoordelen. Daan kent ons project via wijlen Jan Henderickx, zijn vader, die tot na zijn laatste momenten een van de grootste supporters van Coop Centraal was. Daan is een verkoper pur sang en kan een commerciëel perspectief bieden op Coop Centraal.

We gingen voor het bestuur in ons netwerk op zoek naar mensen met verschillende achtergronden. Coop Centraal brengt commerciële belangen en socio-cultureel werk samen en we probeerden kandidaten te vinden met expertise in beide domeinen. Dit team is echter nog niet volledig. In een stad en een buurt met zoveel diversiteit is het moeilijk te verantwoorden dat we niemand met een migratieachtergrond in ons bestuur hebben zitten. Ook qua financiële geletterdheid in ons team hebben we nog wel wat werk. Toch zijn we er zeker van dat we met dit team aan de slag kunnen gaan.

De AV keurt deze bestuursploeg goed en denkt erover na hoe bepaalde blinde  vlekken weggewerkt kunnen worden.

 

DAGELIJKS BEHEER

Een winkel brengt veel administratie met zich mee. Die administratieve last ligt bij het dagelijks beheer. Het dagelijks beheer is redelijk organisch gegroeid uit de vroegere Antwerpse klimaatbetogers en een aantal anderen. We komen wekelijks samen om de Coop en een aantal andere engagementen te bespreken. Het handige daaraan is dat de groep beheerders op dit moment een hechte vriendengroep is waardoor werken voor Coop Centraal een vorm van sociaal contact wordt en minder als werk aanvoelt. Een nadeel eraan is dat dat het moeilijk maakt als mensen uit een andere demografie en achtergrond ook een groot engagement willen opnemen. Vanuit de groep bestaan er in ieder geval veel vragen rond hoe we dit een transparant proces maken waarbij iedereen die zich wil engageren dat ook kan doen. Aan de andere kant is het ook fijn een sterke band te hebben met de mensen met wie je tussen de 10 en 20u per week aan een project werkt. We willen daarom graag feedback vragen aan de AV hoe we dit proces en deze groep kunnen verbeteren.

Een kleine voorstelling:

Mirte houdt contact met leveranciers en bestelt iedere twee weken bij onze leveranciers. Ze is aanspreekpunt voor coöperanten tijdens hun shift

Seppe organiseert de evenementen en belt nieuwe leden wanneer die zich inschrijven.

Tim organiseert mee de evenementen en is op dit moment bezig een nieuwe locatie te zoeken. Daarnaast schittert hij wel eens op onze sociale media.

Nelles organiseert de uitrol van het nieuwe IT-systeem en neemt de boekhouding over. Daarnaast werkt hij op een heleboel administratieve taken.

Amre ontfermt zich over nieuwe en oude leden en maakt geregeld ontwerpen wanneer we iets willen maken.

Tom staat officieel in voor de communicatie van Coop Centraal, maar biedt vooral zijn uitgebreide netwerk en kennis vanuit de Peperfabriek (een socio-cultureel centrum in Klein-Antwerpen) ter onze beschikking.

Jakob organiseert de AVs en nieuwsbrieven en staat in voor het netwerk van Coop Centraal. Hij verdedigt het project naar de academische en coöperatieve wereld.

In onze bezoeken aan verschillende zusterinitiatieven ontwaren we twee types participatieve supermarkten. In alle supermarkten bepalen de coöperanten samen de inhoudelijke krijtlijnen van het project, maar over hoe er omgegaan moet worden met de uitvoerende taken is er minder eensgezindheid. Vrijwel iedere supermarché collaboratif (zoals onze Waalse en Franse tegenhangers zichzelf noemen) heeft één of meerdere personeelsleden die de administratie regelen. De facto is er nu een team van gemotiveerde vrijwilligers die nu die rol vervult. Dat zijn de zeven mensen die hierboven toegelicht worden en waar je via de website onder ‘dagelijks beheer’ contactgegevens van kan vinden. In sommige (meestal kleinere) supermarkten zijn de personeelsleden vooral aanstuurders en worden veel uitvoerende beslissingen gedecentraliseerd genomen, in werkgroepen. Andere winkels, zoals BEEScoop, leggen de meeste uitvoerende verantwoordelijkheden dan weer bij hun personeelsleden. Het gaat hier om taken die niet recurrent zijn en dus geen shift kunnen worden, bijvoorbeeld het zoeken van een nieuwe locatie, het zoeken van nieuwe leveranciers… Uiteraard worden in beide systemen alle suggesties gewaardeerd, maar in het tweede model houden de personeelsleden de teugels wel een beetje in de hand. Zo maakt een werknemer bijvoorbeeld de beslissing over welke producten er worden aangeboden (die allemaal moeten passen in het productcharter dat de AV goedgekeurd heeft) in plaats van een werkgroep. De AV werd gevraagd om feedback over hoe we ons tussen die twee werkvormen moeten verhouden.

 

Een overzicht van enkele conclusies:

  • Er komen van tijd tot tijd themagroepen samen om de prangende vragen waar we mee zitten te beantwoorden. We organiseerden een piloottest rond winkelcommunicatie, waar veel inzichten uit naar voren kwamen. Een kritische reflectie daarbij is wel dat die inzichten voorlopig niet verwerkt werden tot praktische acties.
  • Er wordt een thema-avond georganiseerd over dit onderwerp
  • Er wordt helder gecommuniceerd wie voor wat verantwoordelijk is en welke kwesties er nu spelen via een tabblad op de website en een rubriek in de nieuwsbrief.
  • Wie graag een initiatief wil nemen is welkom dat te doen als dat even afgetoetst wordt bij het Dagelijks Beheer. Een succesvol voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld het poetsteam dat een aantal coöperanten hebben

 

OMBUDSPERSOON

Bij projecten als Coop Centraal is het cruciaal dat we samen bewaken dat iedereen zich er goed in voelt. Bij samenwerkingen horen soms conflicten. Om te bewaken dat frustraties zich opbouwen is het goed dat er iemand die niet in een bestuur zit de rol van ombudspersoon op zich neemt en het aanspreekpunt kan zijn voor iedere coöperant die zich niet goed in hun vel voelt over hoe er met hen is omgegaan.

Hugo D. stelt zichzelf voor als ombudspersoon i.p.v. zoals in de agenda gecommuniceerd omdat hij

  • Het ethisch & moreel kompas van de organisatie wilt bewaken
  • Het aanspreek punt wil zijn voor coöperanten & coöperanten wilt vertegenwoordigen
  • Mee wil werken aan inhoudelijke krijtlijnen

PAUZE

Tijdens en na de pauze verdelen we de coöperanten die aanwezig zijn op de AV op in drie groepen. Iedere groep brainstormt over een thema. Na enkele minuten schuift iedere groep door naar het volgende thema. Op die manier hebben we waardevolle input over drie thema’s.

 

  1. Hoe kan het onboardingproces verbeterd worden? Vanaf december voorzien we een maandelijkse intromoment in Café Tati. We drinken een drankje op de kosten van Coop Centraal en slaan een gezellig babbeltje waar al de vragen, passies en ideeën naar boven kunnen komen. Ook zeker welkom om eens mee te komen zodat we op termijn een mix worden van frisse groentjes en doorwinterde mensen.
  • 1 persoon vond dat de volgorde eerst bellen en dan mailen beter zou zijn.
  • Mensen leren kennen -> uitstapjes (Pingiun vond de uitsap naar Brussel ideaal)
  • Getuigenis van coöperanten op de website,… met “we survived” “good practice cases”
  • Werking achter de schermen zichtbaar maken op het intromoment
  • Algemeen werd het intromoment geapprecieerd (2 mensen wouden komen maar lukte niet)
  • Meer structuur geven aan intromoment trek mensen miss meer dan “gezellig kletsen”. 1e shift samen inplannen, visie toelichting, evenementen aankondigen, …
  • 1e zinnen op de website kort en krachtig maken en daarna de lange uitleg (miss om uit te werken in een themasessie? => taalgebruik, slogans)
  • Google doc aanmaken waarop mensen hun talenten kunnen aanduiden zodat deze meteen verzameld worden en niet na het telefonisch gesprek moeten worden opgeschreven.

 

  1. We appreciëren het enorm dat iedereen zoveel vrijwillig engagement opneemt. Dat willen we meer Hoe kunnen we dat doen? Wat zou het uitbaten van de winkel een fijnere ervaring maken? Hoe was jouw ervaring in de winkel als kassier/uitpakker/poetser/… Laat al je ideeën de vrije loop, zo kunnen we van de winkel echt een plek van jou maken.
  • Ruimte om te praten 
  • Communicatie is gericht op mensen die leren -> kortere versie -> referenties voor juiste poging
  • Bestelling schap 
  • Houdbaarheid per rek bijhouden 
  • Te lang rustig 
  • Trapke voor hoge spullen
  • Mensen die geen coöperant willen worden 
  • Koud 
  • EAN -leeggoedcode
  • Vuilbakken systeem: lege bakken en kratten, paletten. Wat met plastiek en karton?

 

 

  • Een van de doelstellingen van ons project is dat mensen duurzamer kunnen consumeren doordat we drempels wegwerken. Welke drempels ervaren jullie op dit moment? (Voorbeelden: prijs, informatie, risico op greenwashing…).
  1. Welke belangrijke thema’s moeten we nu behandelen? Welke krijtlijnen moeten uitgetekend worden?
    • Missie en visie
    • Productencharter 
    • Doelgroepen   -> inclusie en toegankelijkheid (bv armoede)
    • -> Communicatiedoelgroepen
    • Toegankelijkheid 
    • Betrokkenheid -> gericht => wie doet wat
    • Contact op LT binding na onboarding 
    • Open of gesloten winkel?
    • Governance

 

EVALUATIE URBAIN

Ongeveer anderhalve maand geleden begonnen we Urbain te gebruiken. Na een initiële fase waarin het gebruik van de tool nog nieuw was merken we dat de shifts nu gemakkelijk opgevuld raken Tegelijkertijd krijgen we regelmatig klachten via de mailbox en vragen veel mensen zich af wanneer we terugkeren naar het oude systeem. Een grondige evaluatie is dus wel op zijn plaats.

We gaan niet verder met het gebruik van Urbain omdat de meeste coöperanten het minder goed vinden werken als onze google sheet en het bovendien extra werk opleverde voor de administratie. We zien nog steeds potentiëel in de software, maar er is voorlopig geen tijdsframe waarin dat tot uitvoering gebracht kan worden.

 

DUURZAME PRODUCTEN

Een van de hoofddoelstellingen van ons project is dat we mensen willen aanmoedigen duurzamer te consumeren. Een sterke definitie van wat duurzame consumptie is, is dus aangewezen. Coöperant Hugo schreef een korte tekst die dient als voorstel om zo’n definitie voor Coop Centraal te starten. Je kan een geüpdate versie in bijlage vinden die ook toegelicht werd op de AV.

Fundamenteel zijn er twee opties voor onze winkel: ofwel proberen we dé referentie te worden op het vlak van ecologische voeding en garanderen we dat alle producten die je bij ons kan vinden voldoen aan strikte duurzaamheidsvereisten. We haken dan aan bij initiatieven als RicoLAB, the Barn en gelijkaardige alternatieven. De andere optie is dat we een gangbaar aanbod hebben maar sterk inzetten op het overtuigen van mensen om hun consumptie te verduurzamen door allerlei drempels te verlagen.

De AV kon geen akkoord vinden over deze fundamentele discussie tussen twee visies op de winkel. Er werd niet overgegaan tot een stemming. Een themagroep rond missie en visie zal rond deze prangende vraag een voorstel formuleren. Daarnaast moeten we reflecteren of Coop Centraal nood heeft aan een ethisch charter dat bepaalde productcategorieën uitsluit (Coca Cola? Producten uit China? Water in flessen? Een verder uitgewerkte versie van Hugo’s voorstel kan je vinden op de blog van Coop Centraal of in bijlage.

 

WERKBELEID

Tot nu toe bleven we vaag over wat we precies verwachten van coöperanten. Ook met onze professionele contacten (Peperfabriek, Overdruk, De Studio…) was het voorlopig onduidelijk welke voorwaarden we stelden. Bijlage 2 is een voorstel om hier meer duidelijkheid over te scheppen.

De AV gaat akkoord met dit beleid zonder bezorgdheden. Er wordt wel gevraagd of het mogelijk is om in plaats van iemand anders een shift te doen. Of dat technisch mogelijk is wordt uitgezocht, maar in principe is dat geen probleem.

BRIEFING

Verschillende groepen leverden werk op een aantal fronten. Ze rapporteren dit werk op de AV en zijn altijd op zoek naar versterking.

GROENTEN & FRUIT

We zijn al geruime tijd bezig met het zoeken van een betrouwbare groenten- en fruitleverancier. We gaan daarvoor in zee met Koolmees, het bedrijf van een boer in West-Vlaanderen die groenten en fruit van verschillende collega’s verdeelt. We rollen dit uit wanneer het logistiek mogelijk is en evalueren nadien de kwaliteit.

DE VLEESCOMMISSIE

Wat bieden we aan en wat niet? Dat is een cruciale keuze die we moeten maken en die heeft een enorme invloed op welke vorm onze supermarkt heeft. Waar de duurzame productenstrategie een strategie creëert om mensen aan te sporen bepaalde zaken te verkiezen boven andere, heeft de vleescommissie het recht om te bepalen welke producten er onder geen enkele voorwaarde onze winkel binnenkomen. In bijlage 3 vind je een roadmap waarin je kan lezen hoe deze commissie er de komende maanden uit zal zien.

Op 25/1 kan je input komen geven over vlees op het Open Forum

DE LOCATIESPEURDERS

We zijn al enkele maanden bezig met het zoeken naar een nieuw en groter pand voor de winkel. De zoektocht is gestaag bezig maar wordt nog niet grondig genoeg aangepakt. We zoeken een pand van ongeveer 100 m2 in de regio van onze huidige winkel. Meer specifiek kijken we hiervoor naar de Statiestraat en de Driekoningenstraat maar moesten we een goed pand vinden in de regio dat zich niet op deze straten bevindt kan dit zeker bekeken worden. Hiervoor zouden we graag niet meer dan 1000 euro per maand betalen, zowel de prijs als de grote van het pand staan niet vast en kunnen we flexibel in zijn maar natuurlijk betalen we liefst zo weinig mogelijk. Verder heeft het pand best een voorkant die duidelijk ‘winkel’ kan schreeuwen en als het mogelijk is en achterkant/zijde/voorkant waar we leveringen kunnen aannemen. Het doel is nog steeds om een nieuwe locatie te hebben in het voorjaar en te verhuizen liefst voor ons 2-jarig bestaan in maart. De tijd dringt dus! Eerst en vooral kan je in je dagelijks leven je oren en ogen goed open houden voor een pand en dit altijd doorspelen naar de mensen die bij de zoektocht betrokken zijn. Je mag Tim mailen of bellen op Tim.L.lambrechts@gmail.com of 0488919722. Verder hebben we een werkgroep, die versterking nodig heeft, die systematischer zoekt naar een locatie, laat zeker iets weten aan Tim als je hieraan wilt bijdragen.

AMBASSADEURS

We kunnen al rekenen op de steun van een handvol ambassadeurs. In de loop van de komende maand beginnen we daarover te communiceren. We zoeken steeds nieuwe geïnteresseerden met een klein platform waarmee we ons imago als serieus project proberen op te krikken.

Niet behandeld op de AV

EVENEMENTEN

Ook in 2025 hebben we een ambitieus evenementenplan. Zo proberen we aanwezig te zijn in verschillende Antwerpse initiatieven om onszelf bekender te maken en te werken aan de sociale doelstellingen van Coop Centraal.

  1. Feestdagen receptie (20 december)

We komen met de cooperanten en sympathisanten gezellig samen voor een hapje en een drankje. Verwacht niet te veel toeters en bellen, vandaag gaat om gezellig samen zijn. We klinken op een fantastisch nieuw coop-jaar!

  1. Volkskeuken (24 januari)

Eén van de pijlers en doelstellingen van ons project is het zorgen voor maatschappelijke verbinding door samen op een ecologische manier om te gaan met voedsel. Een volkskeuken past dus perfect in dat plaatje. We zouden in januari dan ook graag een eerste volkskeuken organiseren. We doen dat in samenwerking met een partnerorganisatie, om dan vervolgens onze eigen Coop-volkskeukens op regelmatige basis te blijven organiseren.

  1. Wandeling coops en commons (februari)

Vanuit de burgerbegroting kregen we financiele steun om volgend jaar enkele events te organiseren om het coöperatieve gedachtegoed en andere coöperatieve organisaties in de kijker te zetten. In februari zouden we een wandeling organiseren die het historische verhaal van de verzuilde coöperaties vertelt.

  1. Algemene vergadering (februari)
  2. Filmevent (februari)

Ook volgend jaar zetten we weer in op verbindende en interessante events. We zullen dit jaar dus tevens enkele films vertonen in de klappei of de cinema. Over welke film we in februari vertonen kan ik nog niet veel zeggen, dat het net zoals vorige filmvertoningen een succes zal zijn, natuurlijk al wel!

  1. Feest, Coop 2 jaar! (1 maart)

1 maart 2025 bestaan we twee jaar. Dat verdient een feest!

  1. Proefmoment (maart)

In maart zetten we een paar producenten in de kijker door een proefmoment te organiseren.

 

BIJLAGE 1: DUURZAME VOEDING

‘Duurzame voeding betaalbaar maken’ omvat in mijn ogen drie aspecten:

  • Wat is duurzame voeding?
  • Wat is betaalbaar maken?
  • Hoe combineer je die twee tot duurzame voeding betaalbaar maken?

 

Dit is een werktekst voor de komende Algemene Vergadering van de ‘democratische supermarkt’ i.o. Coop Centraal. Hier & daar gebruik ik formuleringen van Jakob C.

 

Op 18 december 2019 publiceerden  Mariyam Safi en Thomas Rotthier op oikos.be een tekst, waaruit dit fragment:

‘Duurzaamheid is een centraal begrip geworden sinds het Brundlandt-rapport van de VN uit 1987. Met duurzame ontwikkeling bedoelt men dat we in de huidige menselijke behoeften voorzien zonder de behoeften van toekomstige generaties ernstig in gevaar te brengen. (…)

In principe zou het niet moeilijk mogen zijn om een duurzame levensstijl aan te nemen. Het is de taak van overheid om van duurzame keuzes de gemakkelijkste keuzes te maken voor de burger. In een moderne samenleving moet het voor de burger mogelijk zijn om een duurzaam leven te leiden zonder zich zorgen te maken over geld.

 

In een ideaal scenario is de consumptie van een product sociaal rechtvaardig als het onder menswaardige arbeidsomstandigheden is geproduceerd en tevens betaalbaar is voor de consument.

 

Op dit moment strijden ecologische en sociale rechtvaardigheid nog te vaak met elkaar. De ecologische alternatieven zijn vaak duurder. De consument wordt voor een dilemma geplaatst. In de supermarkt vindt hij veel goedkope producten die op een onrechtvaardige en weinig duurzame manier gemaakt zijn. Goedkope producten, zoals kleding, zijn vaak gemaakt door vrouwen en kinderen die in barre omstandigheden moeten werken, vergelijkbaar met de omstandigheden in de tijd van Daens, in de textielindustrie van het negentiende-eeuwse België. Deze vrouwen en kinderen werken zich kapot zodat wij grenzeloos en goedkoop kunnen consumeren.  Ook dit soort productie is niet duurzaam, omdat er sociale rechtvaardigheid ontbreekt (nog los van de milieu-impact van deze industrie).

Toch is het mogelijk om een levensstijl aan te nemen die zowel ecologisch als sociaal rechtvaardig is. We kunnen wel degelijk consumeren zonder te veel te vervuilen, zonder dat dit meer hoeft te kosten. Ecologische rechtvaardigheid en sociale rechtvaardigheid zijn twee wielen van eenzelfde fiets.’

 

Het zal wel, maar hoe doe je dat, als burger en consument, een levensstijl aannemen die zowel ecologisch als sociaal rechtvaardig is? Wat kan Coop Centraal daar aan bijdragen?

 

Als er één woord is dat de afgelopen decennia zodanig is misbruikt dat het haast niks meer betekent, is het wel ‘duurzaam’. (Zo zou supermarktketen Lidl haar Kipster-ei ooit in de markt hebben gezet als ‘het duurzaamste ei ter wereld’.) Natuurlijk ligt aan de basis van het begrip de oprechte bezorgdheid van kleine groepen mensen die zich bewust wilden inzetten voor kwaliteitsvolle producten, geproduceerd in rechtvaardige omstandigheden, met zo gering mogelijke milieuschade en een zo ruim mogelijk bereik. Deze bekommernissen zijn van alle tijden, maar zij bleven (in het Westen, nu het ‘mondiale Noorden’) marginaal tijdens de decennia van economische groei en razendsnelle technologische ontwikkelingen vanaf de jaren 1950.

 

Het idee van duurzaamheid kwam pas echt van de grond in de jaren 1980 en ’90, de hoogtijdagen van het neoliberalisme. Verduurzamen betekende vanaf dan vooral het zo lang mogelijk laten draaien van het mondiale kapitalistische productie- en beheerssysteem. Duurzaam is datgene wat de consument, die bestookt wordt met onheilsberichten over klimaatverandering, dierenleed, wanhopige boeren en uitbuiting in verre landen, met een gerust geweten kan blijven kopen. Er is vanuit de idealistische hoek nog even geprobeerd om ‘duurzaam’ te vervangen door ‘robuust’, maar uiteindelijk delen die twee kwalificaties hetzelfde lot.

 

Wij van Coop Centraal moeten proberen aan de idealistische benadering van duurzaamheid handen & voeten te geven. Dat betekent dat het pad naar het aanbieden van duurzame producten (bij Coop Centraal op dit ogenblik op de eerste plaats voeding) twee richtingen uitgaat: één in de richting van de consument, die kwaliteitsvolle en milieuvriendelijke producten aangeboden krijgt aan een betaalbare prijs en de andere in de richting van de producenten van die producten, die voor hun werk en inzet een eerlijke vergoeding ontvangen en gespaard blijven van de negatieve impact van roofbouwkapitalisme. Idealiter liggen die twee richtingen in één lijn: duurzame producten vereisen en stimuleren duurzame productie, en duurzame productie levert duurzame producten. Dit maar om te zeggen dat wij, als individuele consument, bij de selectie van kwaliteitsvolle en betaalbare producten ook oog moeten hebben voor de productie- en distributieomstandigheden, en dat wij wel degelijk door ons koopgedrag een -weliswaar zeer indirecte en zeer minimale- impact kunnen hebben op de werk- en leefomstandigheden van de producenten.

 

Uitgaan van de persoonlijke verantwoordelijkheid van de burger (of in dit geval, de consument) wordt vaak negatief bekeken als een uiting van neoliberalisme. Dat is het inderdaad vaak ook. Anderzijds, de materialistische of structuralistische benadering, waarbij individuen op de eerste plaats gezien worden als een product van de maatschappelijke omstandigheden, draagt het risico in zich concrete verandering vooruit te schuiven in de richting van een utopische horizon. Natuurlijk is het bestaande kapitalistische (wereld)systeem niet houdbaar, maar alle verantwoordelijkheid louter leggen bij (de verandering van) politieke, economische of staatsstructuren heeft geen zin als die verandering niet gedragen wordt of consistent afgewezen door de burgers.

 

Wat nodig is, is een concreet politiek handelen dat niet uitgaat van wat moet verdwijnen, maar van wat moet verschijnen. Dat houdt ook in dat politiek activisme in zijn doelstellingen best enigszins vooruit mag lopen op de actuele maatschappelijke verwachtingen. Utopische eisen stellen kan negatief uitpakken, als het lijkt of die doelstellingen onbereikbaar zijn. Maar het zijn kleine overwinningen en successen die het pad aanleggen voor grotere veranderingen. Dat impliceert onder meer, en waar mogelijk, alternatieven gebruiken voor de gecentraliseerde technologie, die op de eerste plaats gericht is op controle van de gebruikers en winstmaximalisatie voor de aandeelhouders. Bijgevolg: eerder diaspora* dan facebook, eerder mastodon dan twitter, eerder signal of telegram dan whatsapp, eerder linux dan microsoft, enzovoort. Maatschappelijke verandering vindt niet plaats met een knal, maar is het cumulatieve resultaat van lang en geduldig werk. Een deel van dat werk bestaat uit het creëren van experimenten die het gewenste langetermijndoel voorafbeelden.

 

Herinner u Remco Campert, 1979:

Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden

zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in z’n kop krijgt

(…)

 

Laten wij duurzame voeding betaalbaar maken in deze context zien.

 

Duurzame voiding

 

Ik ga niet in op het concept voeding; ik ga ervan uit dat de doelstellingen van duurzaamheid en betaalbaarheid ook gelden voor alle producten die niet onder voeding vallen (op dit ogenblik vooral de categorieën ‘huishouden’ en ‘lichaam & gezicht’).  Ik neem aan dat ook voor die producten in de mate van het mogelijke de criteria van duurzaamheid en betaalbaarheid gelden.

 

Over definities van duurzaamheid zijn al pagina’s vol geschreven. Ik denk dat je een duurzaamheidsbeleid voor Coop Centraal kan baseren op vier pijlers: mensenrechten, biodiversiteit, klimaat en toegankelijkheid. Voor elke pijler kan je een of meer doelen kiezen waaraan je kan toetsen of je goed bezig bent.

 

Bijvoorbeeld:

  • Alle bedrijven waar Coop Centraal mee samenwerkt (hetzij leveranciers, hetzij producenten) betalen een eerlijk & voldoende loon en garanderen veilige en verantwoorde arbeidsomstandigheden. Dit is in principe allemaal na te gaan, hetzij door rechtstreekse contacten, hetzij door rapporten van gespecialiseerde organisaties. Bijvoorbeeld: betaalt de melkcoöperatie wel een eerlijke prijs aan de veehouders van wie zij rauwe melk afneemt? (Zie: eerlijke zuivel uit de supermarkt)
  • Van de aangeboden voedingswaren is duidelijk dat zij bij hun productie zo mogelijk een positief effect hebben op biodiversiteit, en in ieder geval een zo klein mogelijk negatief. In dat laatste geval streeft Coop Centraal ernaar om op middellange termijn (bv. 2035) dat negatieve effect te helpen ombuigen. Ook hier monitoring door rechtstreekse contacten of gespecialiseerde organisaties. Bijvoorbeeld: stimuleren en afnemen van lokale en seizoensgebonden productie van rassen en soorten (Zie: dubbeldoelkoe)
  • Van de aangeboden voedingswaren is duidelijk dat zij per saldo klimaatpositief zijn, of in ieder geval zo min mogelijk negatief. In dat laatste geval streeft Coop Centraal ernaar om op middellange termijn (bv. 2035) dat negatieve effect te helpen ombuigen. Bijvoorbeeld: geen producten uit de agro-industrie die gepaard gaan met een enorme stifstofuitstoot; in principe lokale productie in plaats van import uit verre streken.
  • Producten zijn duurzaam wanneer zij niet uitsluitend bereikbaar zijn voor een beperkte groep, maar toegankelijk zijn voor iedereen in de samenleving die er gebruik wil van maken. Dit is natuurlijk het cruciale punt van de betaalbaarheid. Bijvoorbeeld: de gedachtevorming stimuleren rond lokale systemen van sociale voedselzekerheid (Zie: sociale voedselzekerheid)

Algemeen: criteria voor (voedings)producten: welke types producten (vers, diepvries, blik, gedroogd, …), gezondheidscriteria, milieucriteria, voedingswaarde, sociale meerwaarde, ethische aspecten, …

Vragen:

Inzake aanbod van verse voeding: enkel seizoensgebonden, of ook paprika, tomaten, komkommer, … uit (duurzame) kassen?

Enkel korte keten of ook biologisch uit verre landen?

Zoveel mogelijk verpakkingsvrij (dus in principe bulkaanbod met verpakking meegebracht door de koper, bv. Robuust Reyndersstraat, EKOS Schelle, plukboerderijen …)?

 

Betaalbaar maken

 

Betaalbaarheid is niet een kwaliteit die inherent is aan een bepaald product, maar een kenmerk van de relatie tussen een (potentiële) koper en de koopwaar. Die relatie wordt in belangrijke mate bepaald door de context waarin de klant zich bevindt en de context waarin het product wordt aangeboden. (Je kan wel zeggen dat een product ‘onbetaalbaar’ is of dat het ‘zichzelf uit de markt prijst’, maar dan nog is die onbetaalbaarheid gebonden aan de context van koopkracht en de markt.)

 

Betaalbaar maken is dus afhankelijk van de (potentiële) klanten die men op het oog heeft. Wie zijn dat?

 

Ervan uitgaande dat Coop Centraal in de buurt van Driekoningenstraat/Statiestraat blijft, zit je natuurlijk met een lokale bevolking die voor een groot deel niet echt welstellend is. Die mensen vinden overigens zowat alles wat zij nodig hebben aan voeding in lokale zaken, die misschien geen topkwaliteit aanbieden, maar wel prijzen hanteren waarmee Coop Centraal vermoedelijk niet kan concurreren. Het vereist een diepgaande culturele omslag dat mensen er voortaan van uitgaan dat minder kwantiteit en meer kwaliteit zeker opweegt tegen meer kwantiteit van mindere kwaliteit. (Duurzame en duurdere handdoeken gaan veel langer mee dan goedkope handdoeken van de Zeeman; duurder volkoren brood is voedzamer en blijft langer goed dan wit fabrieksbrood dat ’s avonds al niet meer te eten is).
Werken aan die cultuuromslag is een zaak van lange adem. Maar ook: wat als je budget alleen maar toelaat om elke twee maanden goedkope handdoeken te kopen bij Zeeman en niet om elke zes of tien maanden te investeren in duurdere & duurzame handdoeken?

 

(Wat ik trouwens ook ergens las: How about we stop shaming the poor for buying things that may not be essential, and start shaming the rich for making a profit off things that are essential?)

 

Daarnaast is er in Oud-Berchem al geruime tijd een zekere gentrificatie of yuppy-isering (of wat de huidige term ook mag zijn) aan de gang. Voor (een deel van) dat publiek speelt betaalbaarheid misschien een kleinere rol dan kwaliteit.

Op het eerste gezicht zijn er minimaal twee opties om zowel het ene als het andere publiek aan te trekken:

  • Naast de kwaliteitsvolle, duurzame (biologische) producten ook gelijkaardige producten aanbieden die misschien niet aan alle kwaliteits- en duurzaamheidscriteria beantwoorden, maar wel voor een grotere groep betaalbaar zijn, en die de mogelijkheid creëren die groep in de winkel kennis te laten maken met de andere meer kwaliteitsvolle of duurzame producten.
  • Aanhakend bij Jakobs idee: sommige producten ‘reëel’ belasten om met de meeropbrengst ervan andere goedkoper aan te bieden (Pigou-belasting? Zie ook ‘Jat alstublieft ons verdienmodel!’).

Probleem is mogelijk dat door de ‘reële’ prijsstelling van vlees en vis die producten voor zoveel potentiële klanten ‘onbetaalbaar’ worden en zichzelf ‘uit de markt prijzen’, dat de verwachte meeropbrengst die zij zouden moeten genereren niet doorgaat, en zij dus het winstverlies op de goedkoop gemaakte producten niet dekken.

 

Duurzame voeding betaalbaar maken

 

De coöp heeft geen invloed op het inkomen of de koopkracht van de potentiële klanten. De coöp heeft enige invloed op de uiteindelijke kleinhandelsverkoopprijs (minimale verrekening van overhead, marketing, winkelinrichting, …). Soms zijn er wel degelijk ernstige verschillen met andere aanbieders (bv. Weleda Skin food body butter 150 ml, € 9,40; bij Bioplanet € 14,90), maar op de verkoopprijs van landbouwproducten of korte keten schijnt vrijwel geen marge te zitten.

 

Marginale ingrepen in het winkelaanbod zijn mogelijk, bv. zoveel mogelijk inzetten op bulkverkoop (zie bv. Robuust in de Reyndersstraat).

 

Speelt de vormgeving van de coöperatieve hier een rol? Er is sprake van de aankoop van vier aandelen à € 25 door elke coöperant. Is dat louter een ideële investering in de coop (financiering), of is die investering vereist om toegang te hebben tot de winkel (in theorie het huidige systeem) of biedt dat lidmaatschap ook materiële voordelen aan de klant? Volstaat het om je maandelijks drie uur in te zetten voor de coöp om geaccepteerd te worden als coöperant, desnoods met één 1-euro aandeel? Creëer je in dat geval niet een tweedeling tussen zij die een minimaal aandeel kopen en zich fysiek inzetten en zij die vier (of meer?) aandelen kopen en zich dan misschien vrijgesteld voelen van fysieke medewerking? Doet dit niet een beetje denken aan het afkopen van dienstplicht?

 

Intussen merk ik dat dit punt zeer gedetailleerd is uitgewerkt in de tweede bijlage bij de agenda voor de AV, ‘Werkbeleid’. In grote lijnen is de regel, begrijp ik: enkel leden mogen aankopen doen in de winkel en iedereen die actief is in het project werkt in principe drie uur per vier weken in de winkel.

 

 

Concreet

 

De idee van betaalbare duurzame voeding is te operationaliseren aan de hand van talloze criteria. Het uitgangspunt is daarbij niet op de eerste plaats een lijst te maken van de noodzakelijke voorwaarden waar producten aan moeten voldoen (daarover verder meer), maar wel criteria aan te leggen voor welke producten wij willen promoten. Een mogelijke variant is de volgende.

 

Vier criteria voor aangeboden producten; bij de inkoop van bepaalde producten wordt afgewogen of het beoogde product aan minstens één, maar liefst meer van deze criteria voldoet.

a/ Eerlijke arbeidsomstandigheden en vergoeding van de producent (vertrouwen op keurmerken, toetsen bij gespecialiseerde organisaties); eerder producenten in zelfbeheer dan multinationals die op de eerste plaats draaien voor de dividenden aan de aandeelhouders.

b/ Korte keten (impliceert dit seizoensgebonden, of ook ander of exotisch fruit & groente uit duurzame kassen? Hoe duurzaamheid controleren?) Geen of zo min mogelijk belastende verpakking: aanbieden van bulk, recycleerbare verpakking.

c/ Kwaliteit en milieubelasting (biologisch/ecologisch geproduceerd. Vlees uit dierfabrieken, eieren uit legbatterijen: allemaal niet goed/smakelijk/voedzaam genoeg + serieuze ethische problemen. Maar: sommige boeren produceren wel ecologisch, maar doen geen aanvraag keurmerk, vanwege te duur.) Geen producten van vervuilende agro-industrie.

d/ Beste prijs voor consument (= prijs/kwaliteitsverhouding)

Een aantal criteria zal vaak als vanzelf samenvallen, bv. korte keten kan vaak verpakkingsvrij; biologisch voedsel is in principe het minst vervuilend (hoewel: blije koeien in de wei schieten meer methaan in de lucht dan koeien in een stal met afzuig- en verwerkinstallatie voor methaan; zijn zelfstandige producenten wel altijd beter af dan arbeiders bij een stabiel bedrijf?).

 

Enkele voorbeelden:

Ananas in blik: uiteraard niet Del Monte (VS-multinational, uitbuiting op de plantages, lange reisweg, misschien wel gunstige prijs – a tweet ik niet, ik eet geen ananas uit blik), maar wel Oxfam Fair Trade, (‘leefbaar inkomen voor fairtradeproducenten, zorgplicht voor mensenrechten en milieu’) – hoewel: komt die ananas van dichterbij, is die verpakking milieuvriendelijker, maakt de prijs het product toegankelijker?) Fair Trade lijkt sterker op de criteria a, b en c.

 

Cosmetica: Weleda Skin food body butter 150 ml, € 9,40, geproduceerd in Duitsland, maar wel verpakt in 85% gerecycleerd glas. Een alternatief is traditionele uierzalf, bv. Uiercrème van Govan 300 ml, € 4,99, geproduceerd in Ardooie, maar wel verpakt in plastic pot. In die zin is het zinvol de uiercrème van Govan aan te bieden, die ‘beter scoort’ op de criteria a en d, en gedeeltelijk b, terwijl Weleda misschien een meer verantwoorde verpakking heeft.

 

Waar het op neer komt is voortdurend het evenwicht te vinden tussen fundamentalisme en pragmatisme, tussen vasthouden aan een zuiver ideaal en vuile handen maken om dat doel te bereiken. Jakob schrijft in een e-pos: ‘Wat we in Madrid zagen is dat ze daar van ieder type producten drie soorten aanbieden: een versie die ze ethisch ondersteunen, een groot/bekend merk en een goedkopere variant. Zij zijn vooralsnog de enige Europese supermarkt waar we geweest zijn die bijvoorbeeld Coca-Cola aanbieden (als A-merk). Een quote van hen: “We krijgen daar iedere Algemene Vergadering enorm veel kritiek op, maar als je kijkt naar onze verkoopcijfers dan zie je dat hun producten altijd in de 100 meest verkochte producten zitten.” Ook La Louve en de andere Franse supermarkten bieden niet-ethische producten aan (denk bijvoorbeeld De Cecco-spaghetti). Merken als Coca-Cola gaan voor hen wel een brug te ver, daar vraagt ook niemand echt naar bij bijvoorbeeld La Louve. Het gevolg is dat deze winkels minder een bobo-gehalte hebben en dat reflecteert zich ook wel een beetje wie er in wie de winkel bezoekt.’

 

 

Ik denk dat het een keuze is die de AV moet maken:

 

  • Werken met bijvoorbeeld de vier criteria zoals hierboven geformuleerd en dus promoten van de duurzaamste variant, eventueel met een ‘tweede keus’

of

  • Kiezen voor neutraal aanbod van een of ander ethisch merk + A-merk + goedkope variant.

 

 

BIJLAGE 2 WERKBELEID

LID WORDEN

Je wordt lid van Coop Centraal door €25 te doneren aan De Coöperant vzw.

Later in het project zullen we overstappen van een vzw naar een cv en zal elke huidig lid van de vzw een eerste A-aandeel moeten aanschaffen (of B-aandeel indien gewenst).

Vanaf het moment dat je lid bent geworden, verwelkomen we je met een telefoontje met meer info, ook gekend als ‘de onboarding procedure’. Elke maand wordt er eveneens een infomoment voor nieuwe coöperanten georganiseerd (de tweede donderdag van de maand). Hier kun je concreet

kiezen wat voor werk je ziet zitten bij Coop Centraal en leren we elkaar kennen.

Enkel leden mogen aankopen doen in de winkel, we gaan hier momenteel nog soepel mee om, zodat mensen de kans krijgen ons te leren kennen als ze toevallig binnenstappen. Het is wel de bedoeling het concept van de winkel uit te leggen aan mensen die aankopen zonder lid te zijn zodat ze zo snel mogelijk wel lid worden. Zo zien we er op toe dat dit niet op regelmatige basis voorkomt.

WERKEN

Bij Coop Centraal werkt iedereen die actief is in het project in principe drie uur per vier weken. Dit kan op 2 manieren:

  1. Je wordt vaste coöperant: elke maand neem je op een vast moment een shift Voor het begin van elke maand wordt het overzicht nog eens doorgegeven ter herinnering en bevestigt elke vaste coöperant hun aanwezigheid.
  2. Je wordt vliegende coöperant: je bent flexibel en kan shiften opnemen waar extra nodig is. Dit gebeurt aan het begin van elke maand via een overzichtsformulier met alle open

Om operatief te zijn dit jaar hebben we elke 4 weken nood aan 30 coöperanten die een shift bijdragen, volgend jaar schatten we in dat dit groeit naar 60.

Het verwachte engagement is dus dat elke actieve coöperant 1 shift per maand opneemt die, tenzij om uitzondering wordt gevraagd, bestaat uit een winkel-, uitpak- of poetsshift. Uitzondering kan gevraagd worden indien de coöperant zich niet in staat acht tot een van deze drie shiften of een

specifieke, nuttige bijdrage kan doen aan het project vanuit hun expertise. Tijd die coöperanten bijdragen in een werkgroep telt doorsnee niet mee als een shift, tenzij dit op voorhand besproken wordt (hoeveel uur werk zal een taak duren en tegen wanneer is deze taak vervuld) en van groter belang is voor Coop Centraal.

Echter omdat het opvolgen van shiften én het project nog in opstart zijn, is elke coöperant op dit moment verplicht om 1 shift per 8 weken op te nemen en starten we met dit werktempo op te volgen. Alle gewerkte shiften worden bijgehouden in de shiftenbank (zie verder).

Op dit moment werkt iedereen die actief lid is van Coop Centraal, er wordt geen rekening gehouden met de grootte van het huishouden of voor hoeveel personen je boodschappen doet. Dit betekent dat zowel een gezin van 5 personen die coöperant is, als een alleenstaande die coöperant is, beide verwacht worden een shift per maand bij te dragen.

Dit kan veranderen in de toekomst na bespreking op een volgende AV.

Indien een coöperant meer werkt dan de vastgelegde 1 shift per 8 weken, worden deze shiften ook bijgehouden in de shiftenbank.

Indien blijkt dat een coöperant de voorbije periode van 2 x 4 weken niet heeft gewerkt, bellen we hen op en bespreken we de ‘Drie opties’ (zie verder). We vertrekken hierbij vanuit het principe van

 

vertrouwen en hanteren geen straf (bv. presteren van extra shift) aangezien dit ontmoedigend kan werken.

Het is tevens geen optie om meer te betalen en in ruil daarvoor geen shift op te nemen. Dit staat in schril contrast met wat Coop Centraal tracht te doen. Gemeenschapsvorming is één van onze belangrijkste waarden en valt niet af te kopen. Noch is het een optie iemand anders te betalen om je shift uit te voeren.

Kan je je shift niet opnemen door dat je ziek bent of moet zorgen voor iemand die ziek is?

Geef dit zo snel mogelijk door via de Whatsapp-groep of zoek zelf naar vervanging, je moet geen shift inhalen.

Natuurlijk kunnen er altijd onvoorziene situaties voorkomen waarin het tijdelijk niet mogelijk is om te werken voor Coop Centraal. In het geval van ziekte of het overlijden van een naaste, wordt er niet van je verwacht dat je elke 8 weken een shift opneemt.

DE BANK

Een coöperant kan ook gebruikmaken van de Coop Centraal werkbank. Een systeem waarbij je werk dat je extra doet (meerdere shiften van drie uur over een kortere tijdspanne) kan sparen voor volgende maanden. Zo wordt het mogelijk om je taken in enkele maanden af te werken en kan je de overige maanden van de Coop-voordelen blijven genieten. Dit wordt echter niet aangeraden aangezien de winkel continu bemand moet worden en een belangrijk aspect van Coop Centraal de verbinding is tussen coöperanten.

De optie om shiften te verzamelen is voornamelijk voor mensen die aangeven dat ze bepaalde periodes niet kunnen werken, maar wel willen blijven winkelen. Opgespaarde shiften blijven 1 jaar geldig vanaf het moment dat deze gewerkt zijn.

De werkgroep rond werkbeleid is bezig met een systeem uit te werken om dit op te volgen. Je Coop-status kan actief, gepauzeerd of steunend zijn.

INACTIVITEIT ofte HET DRIE OPTIE GESPREK

De drie optieprocedure gaat van start indien blijkt dat een coöperant de voorbije periode van 2 x 4 weken niet heeft gewerkt.

Wanneer dit een nieuwe coöperant is wordt deze opgebeld door het onboarding team.

Indien het een coöperant betreft, die al meerdere keren heeft gewinkeld, valt deze procedure onder offboarding.

In beide gevallen zijn er drie richtingen waarin het gesprek kan evolueren.

 

 

OPTIE 1

Coöperant geeft aan geen tijd te hebben om te werken voor het project. (‘Het is te druk’, ‘Coop Centraal past toch niet in mijn leven’)

 

 

Er wordt geprobeerd deze coöperant te overhalen lid te blijven van Coop Centraal. De voordelen van Coop Centraal en de doelen op lange termijn worden benadrukt. Er wordt samen met de coöperant gezocht naar kleine haalbare taken. Het is essentieel zo veel mogelijk mensen bij het project

betrokken te houden.

 

Indien de coöperant toch niet wordt overtuigd, verandert hun status naar ‘steunend lid’. Zij kunnen dan niet meer winkelen of van andere voordelen gebruikmaken. De beller vraagt hier steeds of de coöperant de 2-wekelijkse nieuwsbrief nog wilt ontvangen of enkel de update-nieuwsbrief.

Deze coöperanten kunnen ons altijd contacteren om opnieuw actief te worden en doorlopen dan de standaard onboarding-procedure.

 

 

OPTIE 2

Coöperant wil lid blijven en is bereid een shift te werken in het project. (‘Het was druk, ik wil deze maand/ binnenkort een shift opneme’)

 

 

Er wordt samen met de coöperant een gepast moment voor een winkel shift gezocht en deze wordt direct ingepland. Die wordt vervolgens uitgevoerd aan de zijde van een ervaren coöperant die deze persoon mee kan motiveren. Indien er geen volwaardige shiften openstaan wordt er gezocht naar

een kleinere taak op maat om de coöperant terug te engageren in onze werking.

De beller vraagt welke aspecten in onze werking ervoor kunnen zorgen dat deze coöperant gemotiveerd blijft.

De status van de coöperant blijft actief indien deze ingaat op het werkaanbod.

 

 

OPTIE 3

Coöperant heeft nu tijdelijk te druk in hun leven maar wil wel betrokken blijven.

Er wordt samen met de coöperant overlegd tot wanneer deze inschat geen tijd te hebben en geen

shiften noch aankopen te willen doen. De coöperant geeft aan wanneer deze opnieuw opgebeld wilt worden om terug geactiveerd te worden (dit bedraagt maximaal 9 maanden).

Hun status wordt aangepast van actief naar gepauzeerd.

PRAKTISCHE REGELING WERK

De werkplanning kan je vinden via de webshop, als je ingelogd bent via het kopje ‘Werkplanning’.

Hier vind je zowel het maandelijkse overzicht van de vaste en ingeplande shiften (via Urbain of

eerder via deze link). We werken op dit moment met een maandelijkse planning die minstens twee maand tevoren online verschijnt, wat betekent dat er sommige maanden meer shifts zijn dan andere maanden afhankelijk van het aantal bestelmomenten en het aantal dagen in de maand.

De werkplanning wordt 2 weken voor het begin van een nieuwe kalendermaand ook nog eens via mail doorgestuurd en in de regelmatige mails zullen oproepen staan voor shifts die nog niet ingevuld zijn.

Laat het altijd zo veel mogelijk op voorhand weten als je niet kunt komen werken en ga zelf op zoek naar vervanging via de Whatsapp-kanalen. Zo zorgen we ervoor dat er niemand last-minute hun planning moet aanpassen om ervoor te zorgen dat de winkel toch open is.

Je staat altijd samen met iemand die al winkelervaring heeft, een ‘veteraan’ die weet wat er moet gebeuren tijdens een bepaalde shift. Als je eenmaal wat ervaring hebt opgedaan, kan je ook de rol van veteraan opnemen.

 

Er zijn enkele terugkerende taken: winkel openhouden, winkel kuisen, levering uitpakken en bestellen bij de groothandel. Voor deze taken wordt ten laatste een dag op voorhand een briefing doorgestuurd met eventuele speciale aandachtspunten, daarnaast bestaat er voor elk van deze taken een draaiboek (inclusief checklist).

  • Vraag AV: Kan iemand anders werken voor jullie?

UITSTAPPEN

Op dit moment werken we nog via de bestuursvorm vzw en is het niet mogelijk je donatie terug te krijgen als je geen lid meer wilt zijn van het project. Vanaf het moment dat we overstappen naar de CV (eind januari), koop je een aandeel aan.

Als je uitstapt kan je je aandelen verkopen aan de coöperatie als ze drie jaar in je bezit zijn, dit om de stabiliteit van het project te bewaren.

 

 

B2B-BELEID

Op de vorige Algemene Vergadering was er discussie over of bedrijven die bij ons aankopen een C- aandeel moeten aanschaffen.

In de voorlopige statuten staat namelijk dat we naast een A- en het B-aandeel een C-aandeel aanbieden voor rechtspersonen. Zij zouden een of meerdere aandelen van honderd euro aankopen om ons te steunen en de band tussen hun organisatie en Coop Centraal te verstevigen. Dit biedt hen de kans om actief betrokken te raken bij ons project en te genieten van een voordelige marge van 20%.

Coop Centraal is een participatief project dat wil aantonen hoe we door samenwerking allemaal vooruit kunnen. Dat moet zich ook vertalen in onze B2B-aanpak (business to business). Daarom stellen we een systeem met drie opties voor de netto-marge voor:

  • 25%

De rechtspersoon bezit een C-aandeel en levert ieder jaar een tegenprestatie. Het bestuur beslist of deze tegenprestatie voldoende is. Die tegenprestatie zorgt ervoor dat er een echt partnerschap ontstaat: dit kan zich uiten op verschillende manieren bv. organiseren van proefmoment, bezoek aan het bedrijf, inzetten van expertise voor de winkel op een overeengekomen wijze. Coop Centraal zoekt in ruil voor deze inzet ook naar manieren waarop we deze rechtspersoon kunnen ondersteunen. Dit is de standaard B2B-aanpak

  • 20%

B2B-klanten kunnen van een getrouwheidskorting genieten als zij erg grote afnemers zijn. Ieder

kwartaal krijgt iedere B2B-klant 5% korting als die het vorige kwartaal voor meer dan €1000 bestelde. We verwachten wel nog steeds dat zij een C-aandeel hebben en een tegenprestatie leveren.

  • 30%

Als de rechtspersoon bestelt bij Coop Centraal (ongeacht de frequentie) en geen C-aandeel wenst te kopen of bij te dragen op een andere manier, geldt er een hogere marge. Dit vanuit een principe van eerlijkheid naar de coöperanten toe, en als aanmoediging om een actievere relatie op te bouwen.

  • 10%

Coop Centraal wil meebouwen aan een mooiere wereld. De makkelijkste manier om dat te doen, is door te doen wat we goed kunnen: voedsel en andere producten verdelen. Daarom kunnen initiatieven toestemming vragen om een lagere marge te krijgen. Om gebruik te kunnen maken van deze lagere marge vragen ze toestemmeing via de Algemene Vergadering, indien er in de termijn tussen de aanvraag en het event geen AV plaatsvindt, geeft de Raad van Bestuur goedkeuring en vermelden ze dit op de volgende AV. Ook van hen verwachten we een tegenprestatie.

Er wordt gewerkt aan een charter voor het 10% aandeel

 

BIJLAGE 3:

Tijdens de AV in augustus werd een eerste keer de discussie geopend om vlees te verkopen in de coop. De meningen waren divers en er was veel enthousiasme om de discussie aan te gaan!

Om alle meningen aan bod te laten komen, kozen we voor format in drie sessies. Het is aangeraden om alle sessies te volgen zodat iedereen mee is met alle informatie, maar kom ook zeker als je niet het volledige traject kan meedoen.

De sessies worden gemodereerd door cooplid Coen. Sessie 1. Open Forum (eind januari – 25 januari)

Tijdens deze eerste sessie willen we alles horen wat jullie denken over vlees! Daarom nodigen we iedereen uit om het forum toe te spreken. Je krijgt twee minuten spreektijd om je visie te delen met de leden. Na elke spreker, openen we het forum voor vragen om verduidelijking. Zodra alle sprekers gehoord zijn, openen we het forum voor een eerste groepsdiscussie.

Wil je je graag opgeven als spreker? Contacteer ons met je mening in één zin samengevat, zodat we de volgorde van de sprekers kunnen bepalen.

Voel je tijdens het forum zelf de energie om zelf ook twee minuten het forum toe te spreken? Dat kan! Na de ingeschreven sprekers, kan iedere aanwezige het forum voor 2 minuten toespreken.

Sessie 2. De Experten (eind februari)

Op basis van meningen gedeeld tijdens de eerste sessie, nodigen we een aantal experten uit om hun visie te delen en om ook met hen het gesprek aan te gaan.

Sessie 3. Wat gaan we doen? (midden maart)

Discussie! Gaan we als coop vlees verkopen of niet? Welk vlees, onder welke principes? Op basis van deze sessie, maken we een eerste visie van de coop over vlees.

Voor meer informatie, kan je Mirte, Tessa of Tom contacteren. De exacte data van de comissie worden op de AV meegedeeld.

Shopping cart0
There are no products in the cart!
Continue shopping
0